Zo maak je software toegankelijk voor iedereen
Als je software wilt ontwikkelen voor een breed publiek is het belangrijk om te zorgen dat het ook voor slechtzienden, slechthorenden of gehandicapten te gebruiken is. Dat kan door bij de ontwikkeling de WCAG-richtlijnen te volgen. Door dit te toe te passen kunnen wij ervoor zorgen dat mensen met beperkingen of handicaps software even gemakkelijk kunnen gebruiken als ieder ander.
Ga het gesprek aan met Christian!
Wat is WCAG?
WCAG staat voor Web Content Accessibility Guidelines. Dit zijn richtlijnen van het W3C die beschrijven hoe web-content toegankelijk kan worden gemaakt voor een zo breed mogelijk publiek. Deze richtlijnen zijn een reeks regels die ontwikkelaars kunnen gebruiken om software toegankelijker te maken. De WCAG benaderd toegankelijkheid op basis van vier principes. Daarnaast zijn er drie niveau’s van toegankelijkheid te onderscheiden.
De vier principes van toegankelijkheid
De WCAG-richtlijnen zijn gebaseerd op vier principes:
- Waarneembaar: Informatie en componenten van de gebruikersinterface moeten toonbaar zijn aan gebruikers op voor hen waarneembare wijze.
- Bedienbaar: Gebruikersinterface-componenten en navigatie moeten bedienbaar zijn.
- Begrijpelijk: Informatie en de werking van gebruikersinterface-componenten moeten begrijpelijk zijn.
- Robuust: De inhoud moet robuust genoeg zijn om door een grote verscheidenheid van software geïnterpreteerd te kunnen worden.
Deze principes leggen met name de nadruk op het toegankelijk maken van websites en/of software door middelen van het toetsenbord, voorlees of braillemogelijkheden en standaard browserinstellingen voor leesbaarheid.
Drie niveau’s van toegankelijkheid
Volledige toegankelijkheid is uiteraard het streven, maar kan enorm arbeidsintensief en kostbaar zijn. Daarom is dat alleen aan te raden voor gespecialiseerde websites. Om een richting te geven welke mate van toegankelijkheid nodig is heeft de WCAG drie niveau’s van toegankelijkheid aangeduid.
- A-level: Alle software moet zo ontworpen zijn dat zij vanaf het begin toegankelijk is. Dit is de minst zware vorm van toegankelijkheid en heeft het minst impact op de vormgeving. De software houdt hier rekening met de meeste ondersteunende hulpmiddelen voor beperkte gebruikers, maar kent nog wel belemmeringen. De WCAG heeft hier 25 criteria voor opgesteld.
- AA-level: De software moet niet alleen toegankelijk zijn, maar ook zo ontworpen zijn dat mensen met een groot aantal verschillende handicaps de software kunnen gebruiken. Dit vraag om wat aanpassingen in bijvoorbeeld het contrast en de vormgeving. Dit niveau is verplicht voor overheidsinstanties. Boven de A-level eisen heeft de WCAG hier nog 13 extra criteria voor aangegeven.
- AAA-level: De software moet niet alleen toegankelijk en bruikbaar zijn, maar ook zo ontworpen zijn dat hij door mensen met alle soorten handicaps kan worden gebruikt. Dit is vooral belangrijk voor specialiseerde websites en platforms. Zoals een website of app van een organisatie die zich richt op gehandicapten.
Welk niveau van toegankelijkheid moet worden aangehouden is geheel afhankelijk van de doelgroep en gebruikerscontext. Om te zorgen dat de software optimale toegankelijkheid blijft waarborgen passen we bij SevenLab standaard het AA-level toe.
